Het derde album is voor veel artiesten een moeilijke. Levende legende-indieband Temples heeft zichzelf op een uitdagende manier opnieuw uitgevonden en bracht op 27 september het nieuwste album Hot Motion uit. Een dynamische plaat die veel meer gitaren dan synthesizers kent en alle no-nonsense achterwege laat. Op reis met Temples door Hot Motion, te beginnen met een interview dat in Amsterdam plaatsvindt op een van de heetste dagen van het jaar.

Zanger/gitarist James Bagshaw en gitarist Adam Smith, de twee gezichten van de band, komen beiden koeltjes binnengewandeld, gehuld in een volledig fluwelen, vintage pak. Ze zien er keurig en vooral heel erg Brits uit. Dat is ook niet gek, gezien de meeste bandleden uit Kettering, Northamptonshire komen.

In Amsterdam vertellen ze graag dat teruggaan naar je roots eigenlijk niet bestaat. Na twee succesvolle albums en even succesvolle tours zou je denken dat ze het moeilijk vinden om weer nieuwe inspiratie te vinden. Niets is echter minder waar. De opgedane levenslessen zijn verzameld op Hot Motion, een edgy album met gelaagde nummers, recht vanuit het hart. Eén ding is zeker: de boys zijn niet bang voor slechte reacties. Dit is hun beste werk tot nu toe, vinden ze zelf.

Links Adam Smith, rechts James Bagshaw

Was het voor jullie moeilijk om dit derde album uit te brengen?
“Er was zeker een moment dat we ons afvroegen wat we moesten gaan doen, toen we terugkwamen van het touren met Volcano in 2018. We brachten allemaal onze tijd even alleen door, waardoor we eens goed na konden denken over wat we wilden. We speelden af en toe nog een showtje en tussendoor namen we wat nummers op, dat ging eigenlijk heel makkelijk”, vertelt Bagshaw. “We namen nummers op in clusters, steeds als we iets goeds hadden zochten we elkaar op. Het verliep heel natuurlijk voor ons.”

Hot Motion is net als de twee voorgaande albums van Temples geproduceerd door de band zelf. Ze vertellen dat deze vrijheid in creativiteit onmisbaar is voor hen. “Ik denk dat je als muzikant ieder geluid dat je maakt moet kunnen herkennen en onderscheiden. Muziek maken betekent voor ons niet zomaar iets opnemen of even gaan zitten en een goed idee hebben, maar vanuit geluiden en technieken iets opbouwen. Het gaat om de esthetiek. Zo nemen mijn bandleden mij serieus. Niet als ik zomaar een idee vanuit de achterkant van de bus ga roepen”, gaat hij verder. “We moeten nadenken over wat we doen en we nemen het opnameproces heel serieus.”

Adam Smith staat hem bij door toe te voegen dat ze sowieso ook geen tijd hebben om nieuwe muziek te maken in een tourbus. Ze nemen hun tijd voor het hele proces van het schrijven een nieuw album. Er staat soms een hoop druk op: “Het is een wereld van verschil om alles zelf op te nemen en te produceren. Daardoor kan eigenlijk niemand ook zeggen dat we, of dit album, niet als Temples klinkt, omdat het zelf produceren van onze platen inherent is aan onze sound. Naast dat het veel goedkoper is natuurlijk.”

Is dat nog belangrijk voor jullie, dat het goedkoper is?
“Ja, natuurlijk”, roepen ze in koor. “We zitten altijd bij indie-labels, dus kosten spelen zeker mee”, vertelt Bagshaw. “Ik ben zelfs nog aan het wachten om betaald te worden voor de productie van dit album”, voegt hij er lachend, doch serieus aan toe.

Smith gaat verder: “Het masteren in een studio is gewoon te duur voor ons. Dat doen we liever zelf. Het is eigenlijk nooit zo dat je een record deal sluit waardoor je van de een op andere dag rijk wordt. Zo veel glamour als mensen verwachten, is er niet. Wij willen bijvoorbeeld geen schulden bij een label opbouwen. Dan zouden ze tegen ons kunnen zeggen dat we bijvoorbeeld dingen tegen onze zin in moeten uitbrengen, om geld terug te verdienen. Ook al zijn we vorig jaar van label veranderd, we hebben nog steeds dezelfde mindset.”

Avant-garde en rebelleren
Met die mindset bedoelen ze dat ze nog steeds ontzettend voor zichzelf als band op moeten komen. Op het vorige label, Heavenly Records, waren ze ooit de ‘new band in town’. Na een tijdje waren ze niet meer nieuw, waardoor ze het gevoel hadden dat ze overal zelf voor moesten vechten. “We worden op dit moment heel erg vrijgelaten in wat we willen. Ik heb respect voor mijn manager, maar hij hoeft mij niet te vertellen hoe ik mij moet kleden of welke nummers de singles gaan worden. Dat kies ik zelf wel”, vertelt Bagshaw in zijn nette, Engelse accent.

“We zijn avant-garde. We kiezen zelf wat we doen en hoe het klinkt en we willen niet hetzelfde neerzetten als ons vorige album. We willen dat onze nummers zo klinken alsof je op drugs bent. Je moet experimenteren met muziek. Misschien hebben we wel een beetje gerebelleerd en ons afgezet tegen ons vorige album”, vertelt de zanger terwijl hij serieus nadenkt over zijn eigen muziek. “Eigenlijk ben ik alleen mezelf aan het pleasen. Ik wilde bijvoorbeeld geen synths meer gebruiken omdat ik die op het vorige album zo veel heb gebruikt”, gaat hij verder. “Meer dan dat is het niet. Het is een beetje egoïstisch, wat ik doe.”

“Je moet nooit aan jezelf gaan twijfelen”, vertelt Smith over het proces van nummers schrijven. “Teruggaan naar je roots is eigenlijk ook onzin. Mensen zeggen over ons dat we op Hot Motion teruggaan naar onze roots, maar we gaan terug naar waar we comfortabel mee zijn. Dat zijn onze instrumenten. Vanuit daar hebben we gewerkt, niet omdat iemand ons heeft gevraagd iets te doen.” James Bagshaw is het daarmee eens en voegt daaraan toe dat dit de reden is dat hij zijn gitaar meer heeft laten spreken op dit album. Dat die gitaar meer aanwezig is, is ook onze fans opgevallen. De reacties op de eerste single Hot Motion waren lyrisch. ‘Welkom terug’, is de strekking.

Live spelen
Smith: “Op dit moment vinden we het alleen minder leuk om het nieuwe werk te spelen, omdat we er nog aan moeten wennen. Het publiek vindt het al wel leuk, dus we kunnen niet wachten om het ons eigen te maken. Achteraf valt het altijd mee en komt het live toch wel goed over. We zijn nogal perfectionistisch. Dat is soms lastig.”

Bagshaw zegt daarna streng dat hij wil dat het spelen van de nieuwe nummers snel als natuurlijk aan zal voelen. “Dan hoef ik ook niet met mijn ogen dicht te gaan staan spelen en te bedenken welk akkoord er na de volgende komt, maar kan ik kijken naar iedereen in het publiek. Dat vinden we toch het mooist”, zegt hij van achter zijn lange, warrige krullen, met een lachje.

Op 18 november speelt Temples live in Paradiso-Noord, op 19 november in de Brusselse Botanique.


Temples heeft een nieuwe plaat en die heet Volcano. Het is de langverwachte opvolger van Sun Structures (2014), een album dat de Engelse band destijds direct naar de eredivisie van de indie katapulteerde. Het zette de toon voor de herwaardering van de sixtiesinvloeden, maar er is veel veranderd de afgelopen jaren. The Daily Indie besprak met de band wat dat heeft gedaan met de muziek, en vice versa.

Translatio, imitatio en aemulatio. In de Romeinse tijd, en later in de Renaissance, werden deze drie termen gebruikt om de fases van het proces van het maken van kunst te duiden. Aemulatio, oftewel innoveren, het creëren van iets nieuws dat met de gevestigde orde kan wedijveren, is het ultieme doel, dat wordt bereikt als een kunstenaar na de fases van ‘vertalen’ en ‘imiteren’ van wat er al bestaat boven zichzelf weet uit te stijgen.

We springen in de tijd vooruit, van de Romeinen en renaissancisten naar een druiligere herfstdag, eind 2012. Ondergetekende begeeft zich naar poptempel Paradiso, waar die avond op London Calling Festival een piepjong bandje uit Kettering, Engeland zijn allereerste buitenlandse show zal spelen. Slechts twee tracks waren er online te vinden, maar voor zowel The Daily Indie als voor London Calling-programmeur Ben Kamsma klonken deze zo veelbelovend dat beide niets anders konden dan Temples, want zo heette de band in kwestie, een kans te geven.

 

De band heeft destijds niet eens genoeg geld om toetsenist en gitarist Adam Smith mee te nemen naar Amsterdam, maar James Bagshaw, Thomas Warmsley en Samuel Toms maken tijdens het interview direct indruk. Voor een band met nog geen vijf liveshows op zak, lijken ze verdomd goed te weten waar ze mee bezig zijn. De show die volgt, in de bovenzaal van Paradiso voor een handjevol mensen, bevestigt dat vervolgens op indrukwekkende wijze.

Wat daarna gebeurt, is bekend. Ruim anderhalf jaar later dropt Temples zijn debuut Sun Structures en groeit daarmee uit tot een van de grotere namen van de indie. Het viertal toert vervolgens ruim achttien maanden non-stop en speelt de plaat in elke uithoek van de wereld.

Temples liet zich voor Sun Structures sterk inspireren door de psychedelische sixtiespop van The Hollies en Kaleidoscope. De band voorzag die inspiratie van een eigen, aangenaam nostalgische, barokke sound, waarmee de plaat steevast hoog in de jaarlijstjes eindigde. Temples ging ermee voorop in een retro-revival, die de jaren erna in volle hevigheid losbarstte met bands als Allah-Las, Tame Impala en Jacco Gardner als voorbeelden.

 

Eind 2016, op de dag af exact vier jaar na de eerste ontmoeting, spreken we Bagshaw en Warmsley opnieuw in Amsterdam. De opvolger van Sun Structures heet Volcano en is net klaar. De vraag rijst of Temples in die vier jaar een stap heeft kunnen zetten op de ladder van translatio, imitatio en aemulatio. In 2014 kwam je nog weg met inspiratie van psychedelische sixtiesbands, maar men mag verwachten dat zo’n duidelijk getalenteerde band anno vandaag komt met een vernieuwende, innovatieve sound. Toch?

Zeker is, dat er een stap is gezet. Volcano behoeft niet veel luisterbeurten om dat te beseffen. Openingstrack Certainty laat al dik aangezette synthesizers horen, en zo bevat heel de plaat een groter sonisch palet dan zijn voorganger. Beginpunt van het album was de track Volcano, dat later werd omgedoopt naar Oh The Saviour, vertelt Bagshaw. “Het voelde voor ons niet als een track die erg bij de songs van Sun Structures paste. Veel directer, zowel qua sound als teksten. Na achttien maanden touren, begonnen we een beetje te schrijven. Het was vreemd om opnames in te gaan met één song, zonder duidelijk idee. Maar in het weekend speelden we nog shows en door de nieuwe tracks live te spelen, ontstond een idee over hoe we de nieuwe plaat wilden gaan benaderen.”

 


Instinctief proces
Temples koos voor er bij Volcano opnieuw voor om de productie zelf te doen. Met name frontman en afgestudeerd audiotechnicus Bagshaw is een regelrecht productiefetisjist. De plaat werd opgenomen in zijn eigen thuisstudio, over een periode van ruim een jaar. Platenlabel Heavenly suggereerde een producer, maar na het horen van enkele ideeën bedankte de band daarvoor. Door de sterke focus op productie is Temples niet een band die aan een album begint met een duidelijk idee, of een verzameling songs die klaar zijn om te worden opgenomen, vertelt Bagshaw.

“Het schokt me nog steeds om te realiseren wat een instinctief proces het is. We hebben geen plaatje in ons hoofd tijdens de productie. Er zit ontzettend weinig methodiek achter. We hebben vaak geen idee wat we aan het doen zijn, we weten alleen hoe we willen dat het klinkt. We proberen uit. Dat is hoe het voor ons werkt. Een producer zou te veel structuur aanbrengen in die gecontroleerde chaos. Het is niet zozeer dat we niet open staan om met iemand te werken, er zullen vast mensen zijn die de plaat beter kunnen laten klinken. Maar dan zou het niet meer op onze voorwaarden zijn. Het is soms het ergste gevoel dat er is, maar we zijn geheel verantwoordelijk voor ons album en uiteindelijk is dat het belangrijkste.”

 

 

Nieuwe speeltjes
Volcano is nog steeds onmiskenbaar een Temples-plaat, maar ten opzichte van Sun Structures is hij brutaler en directer, bij vlagen bijna een album voor de dansvloer. Het succes van Sun Structures droeg eraan bij dat Heavenly het volste vertrouwen had in Temples, en de band de tijd gunde om in de studio op zoek te gaan naar het geluid dat Volcano moest krijgen. Bovendien zorgde het voor wat financiële ruimte, dat zich vooral vertaalde in nieuwe speeltjes voor Bagshaw. “Het is alsof je nieuwe kwasten en kleuren krijgt om mee te schilderen”, zegt hij. “Nieuwe synths, compressors en mixers zorgden ervoor dat we meer aandacht konden besteden aan de lage tonen in het spectrum en zo een robuuster geluid konden maken.”

Temples deed in 2015 ook al een elektronische herinterpretatie van de debuutplaat, Sun Restructured. De liefhebberij voor elektronica is er dus duidelijk. Toch is Volcano geen elektronische plaat, verzekert Warmsley. “Er zijn inderdaad synths, maar ook veel meer gitaren op Volcano. Ze zijn wat extremer aanwezig, bigger and balder. Niet om Sun Structures tekort te doen, maar die plaat is gemaakt met een overkoepelend geluid. We geloven dat de individuele nummers op Volcano beter tot hun recht komen. Ze zijn allemaal op zichzelf uniek, met een eigen identiteit.”

“We geloven dat de individuele nummers op Volcano beter tot hun recht komen. Ze zijn allemaal op zichzelf uniek, met een eigen identiteit.”

De naam Volcano, eerst dus de werktitel van Oh The Savior, werd bedacht toen de band aan de voet van vulkaan Mount Fiji in Japan verbleef. Het is een ambigue titel, die de organische, krachtige sound van het album onderschrijft. Ook in teksten en albumcover heeft Temples de mystieke, Bijbelse thematiek van Sun Structures overboord gezet. “Die teksten pasten destijds bij de muziek”, zegt Bagshaw. “Je kunt niet over bierdrinken zingen op een track als Sand Dance. Teksten zijn altijd hard werken, zoeken naar wat past. Maar het is wel waar dat we ons niet meer achter die thematiek hoeven te verschuilen, ja. We zijn concreter. Het zijn geen grootse, filosofische concepten meer. Aan de ander kant ook geen ‘Georgy Formby Kitchen Sink Drama’, hoor. Ergens in het midden.”

 

 

Aemulatio
Met die nieuwe sonische, tekstuele en visuele identiteit van Volcano laat Temples een ontwikkeling zien die met enige fantasie vergelijkbaar is met de stap die Tame Impala zette met Currents: van sterke jaren 60- en 70-invloeden naar een eigentijdser, zelfverzekerder geluid.

Sun Structures werd destijds juichend ontvangen, onder andere met enthousiaste reacties van Johnny Marr en Noel Gallagher. De bandleden van Temples legden die complimenten snel naast zich neer, omdat ze voelden dat die niet volledig aan hen gericht waren. “Inspiratie door sixties pop was het hele punt van Sun Structures”, zegt Warmsley. “Maar het was soms alsof men dat album waardeerde om het concept en de referenties, en niet zozeer om de muziek op zichzelf.”

“Veel bands gebruikten die invloeden toen”, vult Bagshaw aan. “Jacco Gardner hier, Jagwar Ma wat elektronischer… Het voelt alsof we nu wat volwassener zijn geworden. Volcano klinkt meer als onszelf, if that makes sense. Het is veel origineler dan de eerste plaat. Dat is een soort van innovatie, toch?”

 

Daar heb je hem weer: aemulatio. De toegenomen ervaring, de luxe van veel beschikbare tijd en nieuwe technologie, en wellicht ook gewoon de veranderende muzikale invloeden van buitenaf, hebben ervoor gezorgd dat Temples anno 2017 zichzelf heeft kunnen heruitvinden en een zelfverzekerder, meer eigen plaat heeft kunnen maken. De vraag is wat dat op zijn beurt weer met de band doet, of specifieker: met de waardering voor het eigen product en de verwachtingen die dat schept.

Bagshaw: “Wanneer je aan een eerste album werkt, besef je eigenlijk niet hoe briljant dat is. Je kan dat maar één keer doen. En zijn geen regels of verwachtingen, niemand heeft nog iets van je gehoord. Elke song is een introductie in jouw muziek en men luistert ernaar met een zekere vrije geest. Nu luisteren mensen misschien naar de eerste track van Volcano, horen een synth en zetten hem af. Ook al hebben we onszelf geen beperkingen opgelegd, door een tweede plaat te maken doe je dat automatisch, omdat je niet alles overboord kan zetten en ver weg kan gaan van wat je eerder deed. Niet dat we ineens een opera zouden willen schrijven, maar het is wel moeilijk om een nieuwe sound te creëren op de manier die wij willen, zonder de essentie van de band te verliezen.”

Nu luisteren mensen misschien naar de eerste track van Volcano, horen een synth en zetten hem af.”

En daarmee zet Temples, door volledig op eigen voorwaarden te opereren, met de zelfverzekerde, eigen sound van Volcano overduidelijk een stap in de richting van aemulatio. Maar paradoxaal genoeg wordt de band daarbij beperkt door eerder gemaakte artistieke keuzes. Het mag een troost heten dat volgens de renaissancistische maatstaf een kunstenaar die ultieme fase pas laat in de carrière zou kunnen bereiken. Temples komt al op zijn tweede plaat een heel stuk in de buurt.

Onze albumreview van Volcano vind je hier, inclusief de speciale nieuwe ledenactie waarin we de elpee verloten! 

 

 

 

Meer van dit soort verhalen blijven lezen? Steun dan het werk van The Daily Indie door lid te worden!
Nu voor maar 10 euro per jaar



 

Het is even schrikken, de eerste noten van Certainty, de vooruitgestuurde single en tevens openingstrack van Volcano, de vandaag verschenen tweede plaat van Temples. De band uit Kettering, Engeland nam vier jaar de tijd voor de opvolger van het immens succesvolle Sun Structures uit 2013. En dat is te horen.

Toegegeven: de schrik die de zware synth op de openingstrack aanvankelijk teweegbrengt, duurt welgeteld twaalf seconden. Daarna ontvouwt Certainty zich in een fraai barok popliedje met fris klinkend, stuwend refrein dat onmiskenbaar als Temples klinkt.

 

 

Desondanks maakt de track direct duidelijk dat er wel degelijk iets veranderd is in de wereld van Temples. Op zichzelf niet een heel vreemd gegeven voor een band die vier jaar deed over de opvolger van zijn razend succesvolle debuutplaat, met navenant hoge verwachtingen. Het is meer dat je direct het gevoel bekruipt deze transformatie al eens eerder te hebben gezien.

Transformatie
Herinner je je die ene Australische band nog, die ook populair werd met een eigentijdse interpretatie van psychedelische retropoprock, en vervolgens verraste met een elektronisch gestuurde plaat, waarvan de openingstrack zowaar de dansvloerklapper van 2015 werd?

Het is wellicht wat flauw om direct parallellen te trekken tussen Temples en Tame Impala, maar toch: vergelijk alleen de platenhoes van Volcano een met die van Currents. Ook muzikaal lijkt Temples de lijn van zijn Australische evenknie te volgen, maar laten we vooral duidelijk zijn: dat pakt absoluut niet negatief uit.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Je ontkomt niet aan vergelijkingen, ook met de eerste plaat van de band, maar Temples klinkt op Volcano zelfverzekerder dan ooit. De invloeden van psychedelische, barokke sixtiespop zijn er absoluut nog wel, maar geschoolde audiotechnici en productienerds James Bagshaw en Thomas Warmsley hebben Volcano van een duidelijker sonisch palet voorzien: over de hele lijn klinken de instrumenten dikker en eigentijdser. Daardoor is dit, paradoxaal genoeg, niet alleen een veel elektronischer plaat dan Sun Structures, maar ook meer een gitaarplaat.

Ook zanger en gitarist Bagshaw spreekt een groter deel van zijn vocale spectrum aan. Hij zingt regelmatig aanmerkelijk hoger (we proberen wederom krampachtig de vergelijking met Kevin Parker te vermijden) en zijn teksten zijn stukken directer en down-to-earth dan die op het grotendeels achter mystieke, Bijbelse thematiek verscholen Sun Structures.

 

 

Coherent en zelfverzekerd
Net als zijn voorganger is Volcano ook een bijzonder coherente plaat: op de eerste helft lopen tracks als All Join In, (I Want To Be Your) Mirror, Born Into The Sunset en Oh The Savior bijna naadloos in elkaar over. How Would You Like To Go? is een rustmomentje, waarna met Open Air het tempo omhoog gaat.

Het is in die uptempo-songs, zoals ook Mystery Of Pop en tracks met een duidelijke signatuur, zoals ook Certainty of afsluiter Strange Or Be Forgotten, waar Bagshaw en Warmsley laten horen dat ze daadwerkelijk goede liedjes kunnen schrijven. De overige songs op Volcano worden vaak opgebouwd met een beproefd recept van breed uitgesponnen synths en catchy refreintjes.

Hierdoor valt er weinig onderlinge dynamiek te bespeuren en zijn de tracks op Volcano, met name op het eerste gehoor, wat braaf en inwisselbaar. De twaalf nummers zitten zonder uitzondering razendknap in elkaar, maar enig gebrek aan eigen karakter zorgt er wel voor dat dit meer een ‘plaat’ is dan een verzameling op zichzelf staande, sterk geschreven ‘songs’. Ongetwijfeld een gevolg van de achtergrond van Bagshaw en Warmsley, die meer techneut dan songschrijver zijn.

Op zich niet iets negatiefs voor mensen die een album graag op repeat zetten, natuurlijk. Want Temples is anno 2017 directer en zelfverzekerder, en hoeft zich niet meer te verschuilen achter pretentieuze thematiek of een sixties-pastiche. Volcano is een waardige opvolger, een ‘moeilijke tweede’, die door de band wordt aangegrepen om een indrukwekkend staaltje van eigen productionele kunnen te tonen.

Morgen lees je op The Daily Indie een uitgebreid interview met Temples. Bovendien hebben we met PIAS een heel toffe winactie, want we mogen een elpee verloten onder één gelukkige winnaar. En dat is degene die als eerste lid wordt van The Daily Indie! Stuur eerst een mailtje naar ricardo@thedailyindie.nl en dan regelen we het vanaf daar. 

 

Wanneer de Britse psychrockers Temples een album opnemen, dan doe ze dat met uiterste zorg en zal het zeker geen haastklus zijn. Na zo’n drie jaar komen de heren met een nieuw studioalbum Volcano, dat de band opnieuw in hun eigen thuisstudio opnam. 

Single Strange Or Be Forgotten is de hekkensluiter op die nieuwe plaat en een fijne song in de zorgvuldig geoutilleerde, galmende psychrockstijl die we van de band kennen. Maar nu klinkt de band uit Kettering grootser, met refreinen die het gevoel geven prompt weg te kunnen vliegen, de eindeloze ruimte tegemoet. Dit is dus de voorbode van de nieuwe plaat, die op drie maart verschijnt via Heavenly Recordings. Houd The Daily Indie in de gaten, zo lees je op onze site binnenkort een interview met de band.

Het is druk in Eindhoven. Guus Meeuwis speelt namelijk vier avonden zijn ‘Groots met een zachte G’-show in het Philips Stadion. Maar over Guus Meeuwis gaan we het vandaag niet hebben. In de Effenaar vind namelijk een tien keer vetter evenement plaats: Eindhoven Psych Lab! Wel heeft good old Guus een verkeersinfarct in de stad tot gevolg. Veel te laat komt ondergetekende bij eindbestemming de Effenaar aan en mist daardoor opener Rats On Rafts. Hij is niet de enige: ook de bands Useless Eaters en The Oscillation zijn niet op tijd voor hun show. Slow start, maar we zijn er.

 

Throw Down Bones
Twee mannen met gitaren, wat trommels en een laptop staan op het podium.Het is aan de Italiaanse band Throw Down Bones de moeilijke taak om het licht verwarde publiek van Psych Lab – omdat er geschoven is in het tijdschema weet niemand naar welke band zij nu staan te kijken – weer terug bij zinnen te krijgen met een flinke dosis psych. De visuals tijdens Psych Lab zijn een enorm groot pluspunt. Zonder dat je het direct door hebt, staar je een heel optreden naar de trippende intensieve beelden die voorbij komen. Throw Down Bones werkt met dezelfde spanningsboog als op een goede technoplaat. Repeterende lagen, met af en toe een dynamische uitspatting. Het voelt alsof de band naar een enorme climax toewerkt, maar die steeds heel subtiel uitstelt. Die climax wordt uiteindelijk een tromduel tussen twee muzikanten. Throw Down Bones is intens. Met een lichte koppijn en een grote voldoening een mooi begin van de avond.

Throw down Bones (4)

Throw down Bones (1)

Throw down Bones (6)

Throw down Bones (2)
Hills
Hills brengt krautrock met een donkere grime. Het mooie is dat Hills regelmatig de vocalen gebruikt als extra instrument. Lage langgerechte klanken komen goed tot hun recht in de lange jams die de band brengt. Ook hier zijn de visuals van planeten een grote toevoeging aan de sfeer. Gehoord in de zaal: ‘de drumster heeft weinig liefde voor de click track’. Klopt: het is jammer dat de Zweedse er af en toe naast zit. Juist wanneer je in de muziek zit, is het storend wanneer de ritmesectie steekjes laat vallen. Wanneer halverwege de set de toetsenist zijn orgeltje inruilt voor een gitaar, valt er een klein gat. Dit wordt hard afgestraft: een groot deel van het publiek loopt weg. Zouden deze mensen allemaal op weg gaan naar Camera, dat op dat moment in de Observatory begint?

 

 

Parquet Courts
Parquet Courts is een beetje de vreemde eend in de bijt. De vier heren uit New York hebben weinig te maken met het psychedelische geweld in de line-up van Psych Lab. In april verscheen de nieuwe plaat Monastic Living, waarop de band wat gas leek te hebben teruggenomen en waarop invloeden van The Velvet Undergrond goed te horen zijn. Het eerste deel van de set van Parquet Courts bestaat voornamelijk uit tracks van deze plaat. Geef de band eens ongelijk, nieuw werk wil je natuurlijk graag laten horen. Toch spelen Andrew Savage en de zijnen hun nummers live met heel wat meer vuur, en dat komt goed uit. Ondanks dat het niet zo druk is in de grote zaal, lijken er wel veel fans aanwezig te zijn die het oeuvre van Parquet Courts kennen. Achteraf gezien is een set van 45 minuten veel te kort voor een band deze. Er zijn nog zo veel vette nummers die niet aan bod zijn gekomen en met wat meer up-tempo nummers had het publiek goed gedaan.

Parquet Courts (2)

Parquet Courts (4)

Parquet Courts (1)
Temples
Bovenaan de line-up schittert de naam Temples. Toch best knap voor een band met maar één album op zak. Waar de meeste bands op dit festival meer lange jams spelen, heeft Temples echte liedjes. James bagsahw en Thomas Warmsley staan dromerig en rustig op het podium en spelen hun psychpopsongs stuk voor stuk erg perfectionistisch. Waar ze eerder steken lieten vallen tijdens de live vertolking van de plaat, klinkt Temples tegenwoordig steengoed live. Er komt ook wat nieuw werk voorbij. Een van die nummers doet denken aan David Bowie. Goed om te horen dat Temples zich door blijft ontwikkelen en niet alleen in het gehypte psychpop genre blijven steken. Toch zou wel leuk zijn als de band af en toe wat meer buiten de lijntjes zou durven kleuren.

Temples (5)

Temples (4)

Temples (7)
Useless Eaters
Toch maar het einde van de set van Temples skippen, om in de Observatory nu eindelijk Useless Eaters te gaan zien. Voor deze band is het eigenlijk wel een geluk bij een ongeluk te noemen dat ze te laat waren: ze hebben nu namelijk een veel mooiere plek te pakken op het programma. Ook het publiek weet Useless Eaters op dit late tijdstip nog te vinden. Na een dag vol psych is het namelijk wel even lekker om wat pun geweld te horen. En ja hoor, een bescheiden moshpit ontstaat al snel in het midden van de zaal. Een waardige afsluiter van Eindhoven Psych Lab dag 1.

 

Blank (2)

Camera (1)

Camera (6)

Forever Parot (1)

Forever Parot (6)

Franknoise (1)Forever Parot (5)

Orchestra of Spheres (2)

Orchestra of Spheres (3)

Hills (2)

Orchestra of Spheres (5)

Eindhoven Psych Lab zag als kind van het Liverpool International Festival of Psychedelia in 2014 het levenslicht. Het festival luidde die geboorte in met: ‘Welcome to the very first edition. Eindhoven has a long and proud history in challenging industrial, scientific and musical boundaries. Eindhoven Psych Lab is a celebration of the buoyant global psychedelic underground, set in this historic context’.

Die combinatie, waarbij driftig geëxperimenteerd wordt met muziek en visuals bleek een sterke formule, en speciaal daarvoor wordt dit weekend de Effenaar weer omgebouwd tot laboratorium. Dat betekent twee dagen achter elkaar in een uitbundige uitspatting trippen op geestverruimende muziek en bijbehorende visuele snoeperij. Een festival om high mee te worden zonder per sé drugs in te hoeven innemen.

 

Het festival lepelt zorgvuldig de psychedelische spataderen uit het repertoire van gedeeltelijk overlappende festivals als Roadburn, Yellowstock (B) en Le Guess Who?, en concentreert deze in een bedwelmend programma op twee podia. De shows worden versterkt door experimentele visuals en steevast aangevuld met allerlei extra lekkernijen. Liefhebbers kunnen de bakken van Fuzzclub en Rocket Recordings afstruinen om de schreeuwende gaten in hun platenverzameling te dichten. En op EPL gaan ze een stap verder. Want op hoeveel andere festivals vind je ook een marktje waar je bijzondere gitaareffecten-pedalen kunt ontdekken, containers waarin visual arts worden tentoongesteld, of een laboratorium waar tussen de optredens door met drone wordt geëxperimenteerd? En voor wie vaste grond onder de voeten nodig heeft tussen de audiovisuele duizelingen door is er het buitenterras als hangout.

 

Een greep uit de smaakmakers van het programma: GNOD, dat overdondert met een ritmesectie van vette basgitaarlijnen met rammende drums, groovende jams van Papir, fuzzgitaren en desoriënterende synths van Hills, neo-punkers White Hills,  alles-vermorzelende garage-punk van Useless Eaters, The Oscillation voor als je even helemaal in het niets wilt opgaan, en het duo Throw Down Bones dat zich met strakke ritmes in je achterhoofd nestelt om daar aan alle geheimen die je daar bewaart te gaan zitten knagen. En vergeet de ‘grote namen’ niet, met Goat, Föllakzoid, Temples en Parquet Courts.

 

Ook is co-host Radar Men From The Moon weer van de partij. Dit jaar doen ze een uniek project samen met GNOD – ‘Temple Ov BBV’. Een week voor het festival zullen de twee bands samen in de studio gaan experimenteren en opnemen. Het resultaat zal als onderdeel van een vier uur durende nachtelijke show worden gespeeld. Kortom, verwacht dus twee dagen met audiovisuele experimenten waarmee de uiterste grenzen van de muziekbeleving getest worden. En de zondag erna om te recupereren.

Eindhoven Psych Lab, vrijdag 10 en zaterdag 11 juni, Effenaar Eindhoven. Er zijn nog tickets voor een of beide dagen, zie de website. The Daily Indie doet het hele weekend verslag.

 

Foto’s van de eerste dag op Best Kept Secret vind je hier, bij deze gaan we verder met  de tweede dag, die volstond van wat prettig climaxjes. Zo gingen onder andere Cheatahs, Hookworms, Temples en John Coffey langs de lens van Rudy Sablerolle. 

Cheatahs

Hookworms

John Coffey

Matthew E. White

Noel Gallagher

Ride

Temples

great-ytene-away-for-now

 

Het zijn op dit moment wel de hoogtijdagen van psychedelische bands als Tame Impala, TOY, Temples, Jacco Gardner en Allah-Las. Deze Londense muzikanten duiken op hun eigen manier heerlijk in deze slipstream in de troebele en experimentele psych van deze tijd. Met een zes nummers tellende, zelfgetitelde EP drukt de band in ieder geval al een flinke stempel. Great Ytene bevindt zich ergens tussen bands als The Horrors en Hookworms, en dat is helemaal geen verkeerde plek om te zitten.


De psychy freakouts en rommelige noise van Great Ytene hebben dan ook genoeg klasse in zich om uitgebracht te worden op Bella Union. Bekend door het uitbrengen van bands als Beach House, Fleet Foxes, Explosions In The Sky, Jonathan Wilson, Mt. Royal, The Flaming Lips en Wild Nothing.

 

 

 

 

De ruim dertig minuten durende EP, van Leon Diaper (gitaar/zang), Lewis Baker (drums), Jorge Stride (bas) en Tom Baker (gitaar), neemt de luisteraar mee op een atmosferische en fuzzy trip, om hem en haar heerlijk te bedwelmen met rinkelende gitaren en galmende echo’s. Nummers als Away For You, Hunter en Unknowing hebben een diepe sound die je oneindig laten verdwalen in de uitgestrekte wereld van de Londense band.

 

The summer of psychedelia houdt nog wel even aan! En dat is helemaal geen probleem als we daar een band als Great Ytene aan toe kunnen voegen. En hadden we al verteld dat ze ook nog eens spelen op het Eindhoven Psych Lab dat op 6 en 7 juni plaatsvindt in de Effenaar? Bij deze!

 

 

 

temples band

 

 

In november ’12 interviewde uw trouwe trendspotter The Daily Indie het uit het Noord-Londense Kettering afkomstige Temples al. Dat was op London Calling. Terwijl het aantal live-shows dat de band gespeeld had nog op één hand te tellen was, speelde Temples de bovenzaal van Paradiso plat. Twee nummers stonden er destijds online, maar dat was genoeg om enthousiaste reacties los te weken bij onder anderen Johnny Marr en Noel Gallagher.

 

 

Geen toevalstreffers
Een ongetwijfeld erg hectisch jaar en drie maanden later is het dan bijna geen verassing meer, wanneer op de volwaardige debuutplaat ‘Sun Structures’ blijkt dat een die rake, ‘oude’ songs als Shelter Song en The Golden Throne geen toevalstreffers waren. Tuurlijk, James Edward Bagshaw en Thomas Warmsley hebben goed naar de ’60s psych-rock van Kaleidoscope, The Hollies en ‘Sgt. Pepper’ geluisterd. En dat de band in esthetisch opzicht ook hoog scoort op de Age of Aquarius-schaal, zal ook wel helpen.

 

 

 

 

 

 

Knetterhigh
Maar vergis je niet. Het maakt niet uit of Temples knetterhigh rondzweeft over een Oosterse melodie (zoals in A Question… en Sand Dance), of het tempo opschroeft (in Keep In The Dark en de titelsong). Als je zulke catchy songs schrijft als die op ‘Sun Structures’, ben je gewoon goed bezig.
Robin van Essel

 

 

 

 

eagulls-20131

 

Het Rotterdamse festival Motel Mozaïque staat altijd garant voor topnotch acts. Laten we er anders eens een paar noemen die begin april afreizen naar het prachtige Rotterdam: Angel Olsen, Àsgeir, Aufgang, Cashmere Cat, Eagulls, Erlend Øye Acoustic Trio, Gardens & Villa, Girls In Hawaii, Howler, Larry Gus, Jonathan Wilson, Jungle, Kurt Vile, La Luz, Nick Waterhouse, Quilt, Temples, Thumpers, Wild Beasts.

En dan hebben we het nog alleen over de muzikale line-up, want ook op het gebied van performance & art is er van alles te beleven. Afijn, het is wel duidelijk volgens mij. Het eerste weekend van april staat volledig in het teken van Rotterdam! Wij hebben alvast een playlist gemaakt met bands die je zeker te weten niet mag missen!

Naive Set band

 

 

De sixties zijn in. Na Tame Impala, Jacco Gardner en Temples is er nu weer een nieuwe band die iets spannends doet met de sound van de jaren zestig: Naive Set. Deze groep komt uit Amsterdam, maar maakt opmerkelijk on-Nederlandse, rammelende surfpop.

 

Indie-hitjes
‘Reclining Nude’, de debuutplaat van deze band, staat vol met twee minuten-songs met koortjes, lichte psychedelica en jangle-gitaren. Benieuwd hoe het zou klinken als Blur en Veronica Falls samen een plaat op zouden nemen? Zet ‘Reclining Nude’ op en je krijgt het antwoord. De plaat staat bovendien vol met potentiële indie-hitjes, zoals Honest en Like That.

 

 

 

 

Het zal je niet ontgaan zijn: er komen steeds meer bands uit Nederland met muziek die je ook aan je vrienden uit het buitenland zou willen laten horen. Naive Set is er weer zo een. Als de band uit Engeland kwam, stonden ze in de NME. Waren ze Amerikaans, dan was dit ‘Best New Music’ bij Pitchfork. Zover is het nu nog niet, maar Naive Set heeft het in zich om erg ver te komen.
Jelmer Luimstra

 

‘Reclining Nude’ is nu uit via Subroutine Records!