De mei-editie van London Calling dit jaar is belachelijk. Er is zoveel te zien dat ook wij niet goed weten waar we moeten beginnen. Maar we hebben ons best gedaan en daarbij hebben we negen acts uitgelicht die je hoe dan ook dit weekend niet mag missen in Paradiso.

Het gaat van onweerstaanbare country naar een artiest die samenwerkt met namen als David Byrne en FKA Twigs, en vanaf daar rechtstreeks door naar een band die is getekend door de oude labelbaas van Oasis, The Jesus And Mary Chain en Primal Scream tot de sicke postrockband van de zoon van Liam Gallagher…! Er zitten nog allerlei muzikale paradijsvogels tussenin, die je kunt ontdekken op de website van het festival of door gewoon een kaartje te kopen en jezelf twee dagen onder te dompelen in de Amsterdamse poptempel. Zo simpel kan het soms zijn.

Zet ondertussen de officiële playlist van het festival op en scroll snel verder naar al die jonge honden die staan te popelen om ontdekt te worden.


Vrijdag

Courting
Net als je alle opwindende postpunkbands gehoord denkt te hebben, duikt Courting uit Liverpool ineens op. Hallo, zeg! Een stel stuiterende halve liters die in het kielzog van bands als Sports Team varen en vrijdag die Union Jack in Paradiso komen prikken.

The Clockworks
Deze Ieren zijn er klaar voor! Zo was Alan McGee bij een repetitie van de band en tekende hij ze on the spot. De oude baas van Creation Records, mede verantwoordelijk voor het succes van Oasis, Primal Scream en The Jesus and Mary Chain, weet duidelijk nog altijd waar hij het over heeft.

Lime Garden
Deze vlotte band glipt iedere keer weer door je vingers als je hem gevangen denkt te hebben. We hebben het over Lime Garden uit Brighton, het viertal dat je telkens op het verkeerde been zet met een mengelmoes van nonchalante neo-indierock, donkere disco en frisse tintelpop. Met muziek die aan Warpaint doet denken en singles als Clockwork en Sick & Tired (uitgebracht bij het hipper dan hippe So Young Records) heeft de band een jaloersmakende liveset in handen.

Water From Your Eyes
Het vijfde album van dit New Yorkse duo komt van een andere planeet. Je verdwaalt tussen honderden lagen die je opzuigen in een druggy sprookjeswereld waar je absoluut nog nooit geweest bent. Holy f*ck!


Zaterdag

Automation
Niet zo gek dat Iggy Pop fan is van deze Londense postrockers, met hun diepe, gespannen nummers zuigen ze je kopje onder in een woeste draaikolk. Een van de leden, Lennon Gallagher, heeft het trouwens niet van een vreemde, zijn vader heet Liam…

Ethan P. Flynn
Hij werkt met artiesten als David Byrne, FKA Twigs en Slowthai noemt hem een ‘legende in wording’, Daar heeft ‘ie een punt, want welke kant Ethan P. Flynn ook opvliegt: alles klinkt geniaal. Check vanavond zelf zijn eigenzinnige show maar eens.

Nixer
Oeeee, dit is gevaarlijke muziek! De new wave van Nixer herken je meteen aan de stuiterende gitaarpartijen en vlijmscherpe teksten over gentrificatie, ware liefde, keuzes en gevoelens. Niet voor doetjes.

CMAT
Wil je het over een hele andere boeg gooien? CMAT is de popster in de dop die jouw zaterdag op zijn kop gaat zetten. Kleurrijke country met een vette knipoog, die stiekem veel toffer is dan je ooit had verwacht.

Silverbacks
De hobbel-de-bobbel-postpunk van Silverbacks gaat een van de grote verrassingen worden tijdens deze editie van London Calling. Trappen tegen kantoorbanen en alles wat hip is met knetterende gitaarbommetjes. #omcirkelen

The Daily Indie is uiteindelijk op aarde om jou kennis te laten maken met de beste muziek, de mooiste kunstenaars en de spannendste evenementen. We kunnen het nog steeds niet helemaal geloven, maar dat kunnen we allemaal weer met je delen. Eindelijk. Dus daar gaan we: het laatste weekend van mei trekken we naar Sniester voor het lekkerste en vieste festival van Den Haag en jij moet mee!

Wil je ondertussen meeluisteren, check dan hier een playlist van het festival.

Op vrijdag 27 en zaterdag 28 mei staat het high energy festival weer in volle glorie op het programma en de rillingen schieten al over onze rug als we eraan denken. Een weekend lang lekker door het Haagse Popdistrict van de stad knallen: van de Grote Markt met al zijn clubs en kroegen tot aan poppodium Paard waar de deuren zich zullen openen. Programmeur Marco Bijsterbosch vat ‘de heftigste line-up tot nu toe’ als volgt samen: “We zijn er vol voor gegaan dit jaar. De Britse acts die eerder niet konden komen wegens inreisbeperkingen komen alsnog hun belofte inlossen, en we hebben die lijst aangevuld met muzikanten die zich bij elke show het snot voor de ogen spelen. Ze gaan er een complete bende van maken.” Laten we daar maar eens induiken dan!

Startend met een huishoudelijke mededeling: een ticket voor beide dagen kost veertig piek en dat is een goede deal, hoor. Goed, laten we beginnen bij een van de headliners van het festival: Sports Team, de band die Nederland met zijn debuutalbum Deep Down Happy maar ten dele kon veroveren tijdens de pandemie. Het album belandde in het Verenigd Koninkrijk ondertussen wel op de tweede plaats in de albumcharts en moest alleen Lady Gaga voor zich laten. Niet slecht. Wij spraken destijds maar al te graag met de band, want dit (logischerwijs) veel geboekte zestal dendert de vullingen uit je kiezen. Daar kwamen we er onder meer achter waarom Sports Team het hier kennelijk zo lekker doet: “Ik denk dat het zo goed gaat in Nederland, omdat de mensen ons snappen. We hebben een bepaalde spot in onze teksten en manier van spelen. Als we bijvoorbeeld in Amerika staan, snappen de mensen dit niet meteen. Maar Nederlanders, met al hun directheid, zitten qua humor op één lijn met ons, waardoor er meteen een soort chemie ontstaat.”

Heb je deze al omcirkeld?
Door naar een andere topper, waarvan we mogen aannemen dat die al netjes bij iedereen rood omcirkeld staat. Vorig jaar bracht het coldwave-vijftal Whispering Sons uit België zijn tweede album Several Others uit en onze eigen postpunk-correspondent kwam tot het oordeel dat de bekende postpunk-sferen die we eerder hoorden nu nóg een stuk directer binnenkomen. Dat belooft nog wat dan.

Daarover gesproken: Pigs Pigs Pigs Pigs Pigs Pigs Pigs springt op de poster niet alleen in het oog door de bandnaam die bijna een regel inneemt, maar net zo goed door de snoeiharde acidrock, stoner en psychy doom. De band uit Newcastle bracht in ongeluksjaar 2020 zijn album Viscerals uit, maar het voordeel is: als je er nu naar luistert is het bijzonder duidelijk dat deze obscure plaat de tijd bijzonder goed doorstaan heeft. Live is het helemaal een slachthuis, we waarschuwen je alvast.

Van links naar rechts
Wat ons betreft is Goat Girl een van de absolute headliners van het festival, de Londense band heeft twee ongeëvenaarde albums in zijn oeuvre die zowel compleet experimenteel en ronduit fun zijn en je tegelijkertijd van links naar rechts zwiepen tot je je evenwicht kwijt bent. Niet voor niets brengen de vier muzikantes hun muziek uit via het legendarische Rough Trade. Het voelt soms alsof de band opgesloten zit in een cocon, waar langzaam scheurtjes in ontstaan en je als luisteraar doorheen moet kruipen om de kleuren aan de binnenkant te ontdekken. Tijdens een eerder interview van ons met de band kregen we al wat te zien, dat lees je hier.

Er moet geknald worden
Nog een stukkie harder gaat het eraan toe bij een hele andere rits bands, want Sniester gaat duidelijk voor de hardere lijn. Dat was al langer het idee, zo spraken we Sniester-programmeur Marco Bijsterbosch toen de schaduw van je-weet-wel langzaam over de wereld begon te kruipen, waarin hij aangaf dat er simpelweg geknald moet worden tijdens Sniester. Geen gelul meer. Met bands als het genadeloze Cocaine Piss, de gabbernoise van Onmens, de grillige heren van Pulled Apart By Horses, het queerpunktrio Grandmas House en vergeet Heavy Lungs niet, met zijn bloeddrukverhogende verzameling grungepunk.

Al willen we graag een lans breken voor LIFE, uit het Engelse Hull. Een band die, ja, aardig wat aandacht krijgt, maar nog veel meer verdient. Al sinds het indrukwekkende debuutalbum Popular Music uit 2017 is de band niet te stoppen. Toen we de band spraken in datzelfde jaar kwamen we er al snel achter waar die geëngageerde teksten en houding vandaan komt. In de periode dat de Brexit en Trump nog de grootste problemen op aarde leken. Inmiddels zullen ze vast genoeg andere onderwerpen aansnijden, die liggen zoals altijd (helaas) voor het oprapen.

Hollandse glorie
Een afdeling die tijdens Sniester nooit over wordt geslagen is de Nederlandse afdeling en die is zoals altijd goed gevuld. Van de Rotterdamse trammelantjes van Tramhaus, het aanstekelijk brutale Bongloard, garagey powertrio Kalaallit Nunaat waar je nog veel meer gaat horen dit jaar, heerlijk heldere herrie van Knife Massage (dat flink uit de klauwen kan lopen trouwens), de indiepoppers van POM, postpunkhelden Rats On Rafts en de lokale helden van Wodan Boys die het licht uit trappen. Hard en compromisloos, zoals we het graag hebben.

Jongehondenparade
En dan zijn we er nóg niet! Want verstopt tussen de struiken van deze uit de klauwen gelopen festivalposter willen we je graag wijzen op The Lounge Society. Een jong kwartet aan buitenbeentjes uit Hebden Bridge die zich een gat in de rondte touren en vers geolied het podium opvliegen met disco, funk en postpunkrandjes. Een hele ‘jongehondenparade’ is er met Meltheads, muziekminnende Vlamingen weten waar we het over hebben, want daar schuimen ze alle podia af. Een van de veelbelovendste bands uit Nederland, om daar trouwens nog even op terug te komen, is de band die giert onder het heerlijke motto: ‘Maximum living on a minimum wage.’ Oftewel Real Farmer, de donkere garageband die met opengesperde klauwen naar Den Haag rijdt.

Wil je recht-voor-je-raap-punk uit Australië, wat toch altijd net wat lijper is: Pist Idiots is jouw band waar je er nog lekker eentje bij open kan trekken. Voor ons trouwens nieuw, maar dat maakt deze groep zeker niet minder intens of overdonderend: de zoveelste postpunkband die toch gewoon weer onweerstaanbaar lekker klinkt: Headshrinkers. Met een paar singles op hun naam, zuigt dit kwartet op een heerlijke manier de energie uit je lijf. En anders doet Home Counties dat nog wel effe, die weer zijn eigen mix van postpunk maakt, alleen dan met een mathematische formule die de gekste geluidjes en instrumentjes precies in elkaar weet te proppen.


WEBSITE SNIESTER // FACEBOOK // INSTAGRAM // TICKETS

De achtbaan die Le Guess Who? heet draaide op volle toeren. Donderdag en vrijdag hebben ons al een prachtige dwarsdoorsnede van het internationale muzikale landschap geboden. Maar om redenen die geen verdere uitleg behoeven hing er een andere sfeer over het weekend heen. Het publiek, lamgeslagen door de achtbaan (zowel van muziek als emoties) wist zichzelf haast geen houding te geven.

De euforie van de donderdag en de vertwijfeling van de vrijdag hebben plaatsgemaakt voor een nieuwe energie, een die moeilijk met woorden aan te duiden is, maar ergens in het midden van de voorgaande dagen ligt. Gelukkig is daar dan de muziek, die als vanouds een houvast biedt in tijden van twijfel. De zaterdag werd een dag van tegenstellingen, een dag waarbij verschillende intense emoties zich naast en tussen elkaar bevonden.

Foto: Ben Houdijk

De Kazachs-Britse violiste Galya Bisengalieva staat verheven boven de rest van haar band op een platform op het podium van de Ronda. Ze staat in een soort rond vliegengordijn en verschijnt als een haast ongrijpbare entiteit aan ons, als een spook. Vanaf het moment dat ze het podium betreedt is het publiek muisstil, zelfs wanneer ze de eerste paar minuten gebruikt om in stilte de laatste dingen klaar te maken. Bisengalieva ons vanaf de eerste noten mee naar de donkerste krochten van haar psyche. Er is de opzwellende intensiteit van haar ijle vioolklanken. Er is een broeierigheid wanneer ze deze ijle klanken overgaan in lagere, brommende tonen. Er is een stilte wanneer een nummer plots van al zijn bombast wordt ontdaan en naar zijn minimalistische essentie wordt teruggebracht. En er is (misplaatst) lawaai wanneer een enkeling dit opvat als het einde van het nummer en luid begint te applaudisseren. We zitten Bisengalieva met haar in een onderzeeër die met langzaam maar onophoudelijk naar de bodem van de oceaan zinkt. En dan stappen we de Ronda uit en worden we begroet door de zon die ons van buiten het gebouw in de ogen schijnt. Het contrast kan haast niet groter.

Foto: Maarten Mooijman

Over contrast gesproken: wat is Tonnie Dieleman toch een ontzettend fijne man. De Zeeuw zijn droge gevoel voor humor straalt door in de kleine opmerkingen die hij tussen zijn beklemmende nummers door maakt. Met Amenra-frontman Colin van Eeckhout staat hij als Gebroeders Dieleman van Eeckhout in de Janskerk. Een perfect huwelijk, zo blijkt al gauw. Nog niet eerder op dit festival hebben we een kerk zo goed benut gezien. Het koor dat aanwezig is bij de eerste en laatste nummers laat een tristesse door de kerk galmen en creëren met de hurdy gurdy en banjo van respectievelijk Van Eeckhout en Dieleman een jammerlijke klaagzang. Maar toch: de meest wonderlijke momenten vinden niet tijdens maar tussen de nummers plaats. Wanneer de eveneens aanwezige pianist zich richting het orgel begeeft om vervolgens vanaf het balkon zijn duim op te steken naar het publiek kan dit op een hoop gelach rekenen en is het deken van zwaarmoedigheid even doorbroken. Zo vormen ook Dielemans eerder genoemde droge opmerkingen een klein moment van verlichting in de duisternis.

Foto: Ben Houdijk

Vanaf het moment dat paradijsvogel Alabaster dePlume het podium betreedt verandert de energie van de zaal. Met zijn wijde broek. Het zou wel eens heel goed kunnen komen door de haast kinderlijke energie waarmee hij het optreden benadert. Zo praatzingt hij over fascisme willen bestrijden, maar dat om verscheidene redenen toch niet doen of speelt hij een klein riedeltje op de saxofoon om vervolgens op en neer te springen als een tienjarig kind. Het heeft zeker iets aandoenlijks, maar ik zou niet graag 24 uur met hem in één ruimte willen zitten. De beste man praat in quotes die je op houten bordjes bij de Xenos kunt kopen, maar zijn tomeloze energie werkt aanstekelijk. Vraagt dePlume het publiek te zingen zodat hij hetzelfde volume aan kan houden met zijn saxofoon, staan er al snel tientallen mensen de longen uit hun lijf te schreeuwen om te kijken hoe ver hij nou echt kan gaan. Best ver, zo blijkt. Ik hoop dat de piep in mijn oren morgen weg is. Je moet van zijn stijl houden, maar Alabaster dePlume slaagt in wat niemand anders op de zaterdag echt lukte: om dat euforische gevoel van de donderdag terug te brengen. Zo eindigt de zaterdag van Le Guess Who? met een hoge noot.


Foto: Tess Janssen

Ten opzichte van de zaterdag typeert de zondag zich door orde. Er is structuur te vinden in EKKO, waar de driehonderd staanplaatsen ruimte hebben gemaakt voor exact 84 zitplaatsen. Hier opent de Spanjaard Adrián de Alfonso, alias Don The Tiger, de laatste dag van Le Guess Who? 2021. Hij doet dit niet alleen. Tapdanseres Siri Salminen vergezelt hem en voorziet zijn moody pop zo hier en daar van wat extra percussie. De tegenstelling tussen de twee is prachtig. Hij de stoïcijnse chansonnier, zij het robotische slangenmens. Het eeuwige, zachte gebrom van de rookmachine heeft wat weg van een tv-ruis en brengt, onbedoeld wellicht, een surreëel element aan het optreden.

In dezelfde EKKO presenteert ongeveer een uur later Víctor Herrero zijn Spaanse folk. Even stoïcijns en geordend als zijn voorganger, en tevens goede vriend, neemt hij plaats op het podium en strooit hij een tweetal prachtige, instrumentale nummers uit zijn vingers. Dan richt hij zich voor het eerst op zijn aandachtig publiek: ‘Utresj. Very nice.’ Niet veel later gevolgd door: November fourteenth, 2021. Very nice. De ban is gebroken en de woorden vloeien rijkelijk vanaf dit moment. Hij geeft tijdens het stemmen van zijn gitaar, wat hij overigens na ieder nummer doet, meerdere anekdotes over zijn songteksten. Verhalen over de zussen die hij nooit had of voor een jaar naar Panama vertrekken en enkel via ansichtkaarten wat van jezelf te laten horen. En dan de muziek. Wanneer de vingers van Herrero de snaren beroeren en zijn diepe stem door de zaal weergalmt, verandert er iets. Op dat moment is er niets anders, binnen of buiten de zaal, dat van enig belang is. Als een meester grijpt hij het publiek in een innige omhelzing en laat hij niet los totdat hij het moment juist acht afscheid te nemen. Een wervelstorm van een optreden verpakt in het lichtste briesje dat je je kunt indenken.

Dit wordt geen concert. Dit wordt een kerkdienst. Met deze woorden betreedt Angel Bat Dawid het podium van de Hertz. Vijftien minuten te laat welteverstaan. Geluidsproblemen, zo schijnt. De klarinettiste bedankt het publiek voor zijn geduld om vervolgens weer voor twintig minuten van het podium te verdwijnen. De frustratie neemt toe en de zaal begint langzaam weer leeg te stromen, wanneer Dawid ruim 35 minuten na de bedoelde aanvangstijd de show start. En hoe. De Amerikaanse klapt alle registers open en wisselt korte pianonummers af met stukken klarinet, saxofoon, gezang, midi en monologen. De visuals bij de show mixen oude prenten van plantages en beelden van iconische zwarte muzikanten als Funkadelic met psychedelische effecten. Er is geen structuur, geen vooropgezet plan. Dawid lijkt on the spot te bedenken waar ze zin in heeft. De show is een complete chaos en elke vorm van orde die vandaag zo nadrukkelijk aanwezig leek is weg. Of je het gestoord of geniaal vindt is een kwestie van smaak, maar hoe dan ook is het ontzettend intens. Wanneer tegen het einde drie zangeressen het podium betreden en deze prachtig met elkaar en Dawid harmoniseren lijken alle losse onderdelen voor even in elkaar te klikken. Dan wordt het optreden (voor heel even) de kerkdienst die Dawid ons beloofd had.

Foto: Jelmer de Haas

Nog bijkomend van de golf aan prikkels die we ontvingen in de Hertz, schuiven we aan bij de afsluiter van dit jaar: Sons Of Kemet. Zowel gelukkig als helaas is de structuur die ons, met een enkele uitzondering, zo bekend is geworden ook hier vanaf minuut één in te vinden. Gelukkig omdat het Londense viertal een ontzettend lekkere pan afrojazz voor ons klaargemaakt heeft, waar de dampen nog vanaf komen. Helaas omdat dit soort muziek totaal niet het best gewaardeerd wordt, al zittend op een haastig klaargezet stoeltje. Je wil kunnen dansen, je medemens vast kunnen klampen.

Maar dan, ongeveer halverwege het optreden gebeurt er iets. Iets wat er eigenlijk al de hele dag aan zat te komen. Nagenoeg van het ene op het andere moment, het zal niet veel langer dan een seconde of vijftien hebben geduurd, staat nagenoeg het gehele publiek op uit zijn stoel. Het gastoptreden van poëet Joshua Idehen gooit nog wat extra olie op het vuur en de euforie lijkt compleet. De van boven opgelegde orde wordt voor even opzij geschoven en men geeft zich over aan de muziek, als een soort viering van een bevrijding. Geen bevrijding van buitenaf maar van binnenuit. Het voelde als de logische climax van deze editie van Le Guess Who?, waarvan er nooit eerder een is geweest en er waarschijnlijk nooit meer een zal komen. Alle onzekerheid en twijfel die de afgelopen vier dagen om Utrecht zweefde was verdwenen op dit moment. Er was enkel de muziek. En dat was alles wat men nodig had.

Ik weet het niet. In aanloop naar de vrijdagavond lees ik nog even m’n verslagjes en notities van de vorige edities van Le Guess Who? door. 2019: William Tyler buiten de draaideuren van TivoliVredenburg, Kali Malone achter het orgel en een algehele goedmoedigheid waarin je, met de woorden van onze reporter Ricardo Jupijn, ‘je pasgeborene nog glimlachend zouden overdragen’ voor een bezoek aan you name it.

Lees hier het verslag van de donderdag van Le Guess Who? nog eens door als je hem gemist hebt.

Het is negen uur en ik sta te kloten met mijn QR-code-app en rijbewijs bij een balie, waar ik door een aardige medewerkster met een deur-badge ben geparkeerd. De mensen zijn nog steeds even vriendelijk. Al het andere is anders.

Foto: Tess Janssen

Alles is hetzelfde I
Ik weet het niet zo. In aanloop naar de vrijdagavond lees ik in het witte licht van lijn 388 Paul van Ostaaijens Music-Hall, waarin de Music Hall wordt opgevoerd als een plaats waar men, los van de dagelijkse ellende, nog eens de illusie van het eensgezind samengaan kan meemaken. Klinkt als:

Eén kloppend hart, één levende ziel.
Elk mens is ‘n ander mens,
En al de anderen zijn weer dees één mens
Die zich gelukkig weet

Etcetera, etcetera. Dat is bijna iets om cynisch van te worden, helemaal als je bepakt en bezakt (en licht bezweet) gewoonweg in de wachtrij aansluit om een flard van Lubomyr Melnyk mee te maken. Later maak ik in de zaal bij nauwelijks genoeg licht de aantekening: ‘wat de mensen hier nog samenbindt is alleen de opeengeperste ruimte’. Dat is voordat ik de moeite neem om mijn hoofd stil te zetten, op te houden met moeilijk te doen en mijn oren eens open te zetten. Veel te zien en te horen is er niet direct: een bebaarde man achter een piano, die harmonisch verantwoorde klatermuziek speelt. Dat is totdat het geklater opgaat in weer ander geklater in weer ander geklater tot één diep gelaagde wolk van toon. Bij vlagen neemt die toon de hele met volk volgepropte Hertz in beslag, de andere keer hangt ze er wat roerloos boven.

Als de man met bewegingloze baard een toelichting in de microfoon fluistert eist hij, bijna met de zachtmoedigheid van een monnik, alle aandacht op. Het laatste stuk dat de man vanavond aankondigt heet: The End Of The World naar eigen zeggen ‘a very nice piece’. Er wordt hard gelachen.

Foto: Rogier Boogaard

Alles is hetzelfde II
Vanaf een barkruk achter de balkonrailing zie ik steeds meer mensen in groepjes van twee en drie zich clusteren. Ik zie een DJ moeilijk actuele R&B-deconstructies draaien. Ik hoor hoe diezelfde deconstructies de verbrokkelde prietpraat van een zich langzaam vullende Cloud Nine voorzien van muzikaal muurbehang. Ik zie en hoor hoe Lyra Pramuk zich vanachter een tafel met laptop en stekkerdoos een soundcheck met haar samples doet. Ze lijkt wat gespannen.

Zoals Melnyk de zaal opneemt in zijn piano, zo doet Lyra dat met weinig minder (en eerlijk gezegd, weinig meer) dan een live meegezongen uitvoering van haar in 2020 verschenen plaat Fountain. Het wonder wordt iets groter als er toch een hele kliek mensen om het podium blijft staan, en behoorlijk meegaat in de oneindige kathedraal van Pramuks gezang. Je ziet het gebeuren, en soms, heel sporadisch, bereikt het effect van haar sirenisch gehuil ook de balkonring. Dat is waar de tijd even stopt.

De illusie stort echter met honderd scherven ineen als Lyra het niet kan helpen om het kantelpunt van deze zaterdagavond aan te stippen, maar-daar-gaan-we-het-echt-niet-over-hebben. De illusie stort nog wat verder in als ook haar laptop het halverwege een nummer begeeft, en de boel zich weer bijeenraapt op de liefde en aanmoediging van het publiek.

Foto: Tim van Veen

Alles anders
Ik heb mij niet kunnen voorbereiden op de laatste twintig minuten voorbereiden. Dat is: ik wist wat er kwam en hoe het bij benadering zou gaan klinken (er zijn voldoende opnames op Spotify en YouTube), maar toch. Je voelde het aan de zaal, je voelde het aan de aankondiging – en hoe tijdens de aankondiging mensen het her en der niet konden helpen om een enthousiaste gil te gillen: een zeer zeldzame, volledige uitvoering van Alexander Scriabins stuk Le Poème du Feu, uitgevoerd door het Radio Filharmonisch Orkest: honderdzestig man voltallig.

Er zou dus iets bijzonders gaan plaatsvinden. Een omschrijving die de actuele situatie op precies dat moment met geen duizend miljoen kilometer benaderd, want was die laatste, volstrekt onaangekondigde harmonische uithaal, die kosmische donder van die sluitende F#, niet het definitieve antwoord op al het vermoeide, toonloze zoeken wat daaraan vooraf ging? De opgeplakte memootjes met de laatste deprimerende stand van zaken, alle voors en tegens, alle geografische, verzonnen, denkbeeldige (en, vooruit) muzikale grenzen die keer op keer weer op spanning staan of worden gezet: ik zat daar en kon niet anders denken dan: fok, het kan dan toch. Het kan toch.

Einde van de vrijdagavond.

Le Guess Who?, och och: wat hebben we hier lang over liggen dromen. Met een samenleving die weer op het randje van sluiten staat, voelt deze avond als een soort begin en een einde. Een muzikale ronde om de zon, een intense vierdaagse, op het randje van de vulkaan. En ja, zonder een volgeplempt festivalseizoen achter de kiezen geniet je er dan nog meer van, wanneer je weer in Utrecht aankomt.

Goed, noem het een hernieuwde waardering. Voor misschien het laatste liveverslag van het jaar. Als in een openbaring stappen we in het licht van TivoliVredenburg om te kijken hoe het er met die door elkaar geschudde wereld voor staat. Want zoveel internationale artiesten hebben we tot nu toe überhaupt nog niet gezien dit jaar en nu krijgen we ze ineens van alle kanten voor onze raap. Wat voor boodschap hebben al deze artiesten van over de hele wereld? Nou: verandering. Want veranderen moeten we. We weten het maar we doen het niet, of veel te langzaam. Alles moet anders en het moet nú gebeuren, het liefst vanavond nog. Al zullen de meesten concessies moeten doen, we moeten het omarmen. Wat leert de nieuwe generatie muzikanten ons?

Foto: Ben Houdijk

Uit Liverpool komt de zwaar melancholische King Hannah. Samen naar de ondergang met mysterieuze liedjes, die klinken als de langzaam opbrandende aardbol waar we overheen sjokken. De zanglijnen zijn rafelig, de gitaarsolo’s rokerig en groots. Namen als Mazzy Star en Sharon Van Etten zweven vanavond zachtjes op de achtergrond in de Pandora. Het broeit van ingehouden verlangens, wel of niet haalbaar. We zitten samen op een donkere weg met alleen links en rechts in de verte wat licht uit de huisjes in het land. Heel klein gloort er iets achter die donkere muur voor ons, die eerste streepjes licht, die zomaar iedere dag weer magisch verschijnen. ‘I am a woman, a brave, brave one. I am a woman, A well-made one‘, zingt ze. Voor alle vrouwen die zich ook zo voelen: het wordt tijd dat jullie de handschoen oppakken. Wellicht helpt het, wie weet.

Foto: Tim van Veen

L’Rain stelt grote en belangrijke vragen aan haar met de adem inhoudend luisterende publiek in de Ronda. In het experimentele universum van Taja Cheek stelt ze vooral de vraag centraal hoe we nou met verandering en elkaar om moeten gaan. En poh, we hebben nogal wat vragen omtrent verandering op tafel liggen. Maar na de ochtendkrant weet je als klein individuutje toch ook niet meer waar je moet beginnen of wat nu weer onze ondergang inluidt. Er zijn momenten waarop je denkt: het is teveel, laat ook maar. Het nieuwe album Fatigue van de muzikante uit Brooklyn is met tijden dan ook duister en zwaarmoedig, maar daartegenover staan altijd veerkracht en hoop. Boodschappen en gevoelens die we kunnen gebruiken. Uit die opstijgende mist komt L’Rain vanavond tevoorschijn.

Ze sproeit een luchtje rondom de bandleden en zichzelf en het podium is gezuiverd, klaar voor een geestverruimend uurtje. Vintage Le Guess Who?, waar je op onbewaakte momenten je waant in een wereld zoals die ook zou kunnen zijn. Zo mooi, kwetsbaar en krachtig. Je begrijpt jezelf, je begrijpt elkaar en dingen vallen op hun plaats. De mensen zorgen hier voor elkaar, terwijl die gedachten overvloeien in de belachelijke muzikaliteit van deze groep. Ze komen van alle kanten en allemaal zijn ze voortreffelijk. En ondanks 1.001 laagjes en invloeden passen ze toch allemaal in elkaar. Waar komt L’Rain vandaan, waar was ze al die tijd in ons leven?

Foto: Ben Houdijk

Van andere werelden kunnen we leren en Le Guess Who? biedt de meeste inkijkjes van alle festivals. Het grote wachten voor veel muziekliefhebbers is vanavond daarom op Arooj Aftab. De in Saoedi-Arabië geboren, in Pakistan opgegroeide en in Brooklyn wonende zangeres, die met Vulture Prince volgens velen een van de albums van het jaar heeft gemaakt. Ze is momenteel op haar eerste Europese tour en dat gaat niet onopgemerkt, getuige de volle Grote Zaal. Driekwart vol, that is. Inspiratie uit soefi-poëzie tot Jeff Buckley en alle culturen die Aftab door de jaren heen ingeademd heeft, leiden vanavond tot vijftig minuten aan buitengewoon mooie muziek. Rillingen en open monden waar je kijkt. Vrede hangt in de lucht tussen de klanken van minimalistische liedjes. De muziek doolt met haar maakster over de wereld, zoals meer dan ooit dat doen of toe gedwongen zijn, en overal druipen er nieuwe invloeden en gedachtes in haar liedjes. Eventjes is deze culturele kosmos in Utrecht en mogen we het van dichtbij meemaken. Zang, harp en gitaar, een wolk uit het westen en eentje uit het oosten die ergens in de verte op elkaar botsen. Wat schichten, wat later gerommel.

Met een harpiste die als een ‘motherfucker’ (gehoord in de zaal) haar instrument staat te bewerken en een contrabassist die zijn hand niet omdraait voor een indrukwekkende zangpartij of zijn bas een kwartslag draait om er een percussie-instrument van te maken. Ze hebben het naar hun zin vanavond, want hoe toegewijd de muziek van Aftab ook klinkt, ze houdt van de uitgelaten vibe die in de zaal hangt. We moeten niet te ingewikkeld doen over haar muziek, uiteindelijk gaat het gewoon over liefde, verlies en bedwelming.

Foto: Ben Houdijk

Het maakt niet veel uit wat Phil Elverum doet. Met een gitaar en een verhaal krijgt hij elke zaal muisstil. Dit jaar is hij een van de curatoren op het festival met een schitterend programma en op de eerste avond in TivoliVredenburg laat hij zien waarom hij daarvoor gekozen is. Dat doet hij met zijn ‘autobiografie op muziek’, AKA het album Microphones in 2020, de eerste plaat sinds zeventien jaar die hij als The Microphones uitbracht. Daarop vertelt Elverum zijn levensverhaal en artistieke vorming in wonderbaarlijke details, nu en dan onderbroken door een volledig openbreken van de aarde met een bas en een distortion-effect waarop de knoppen niet verder naar rechts gedraaid konden worden. Met de laatste strofe: Now only. And there’s no end. Daar laten we het bij.


Sfeerfoto’s en SUUNS: Tess Janssen. Gabriels en Scotch Rolex feat. MC Yallah & Lord Spikeheart: Maarten Mooijman.

De knaldrang zal bij London Calling nog net wat groter geweest zijn dan bij andere festivals, kunnen we ons voorstellen. De pandemie heeft niet twee, maar drie edities van het festival in het water doen vallen. De eerste post-corona-editie van het festival is er een die, deels noodgedwongen, back to basics gaat. Het overgrote merendeel van de bands op het affiche is van Britse komaf. Nu zou je kunnen denken dat dit niet voordelig is voor de diversiteit die het festival nu al jaren typeert. Maar dat blijkt hartstikke mee te vallen.

Tekst Jurriaan Hupjé
Foto’s Mirel Masic & Sabrine Baakman

Aan The Lottery Winners de eer om de grote zaal te openen. Het is zes uur op een vrijdag, dus loopt het nog niet bepaald storm in Paradiso. Het doet niks af aan de energie van frontman Thom Rylance, die na elk nummer wel een anekdote of een aantal grappen heeft. De band heeft duidelijk ambities die verder reiken dan een halfvolle grote zaal van Paradiso. Even later begint in de kleine zaal misschien wel het compleet tegenovergestelde van wat we net zagen: de jonge George O’Hanlon heeft niet veel meer nodig dan een gitaar en een stem. Met een half uur aan zachte, introspective ballads wordt gelijk een tegenwicht gegeven aan het bombast van de openers.

We gaan terug de trap af richting de grote zaal, waar Coach Party klaar staat om te beginnen. Het viertal speelt lekkere, noisy indierock en frontvrouw Jess Eastwood schreeuwt regelmatig de longen uit haar lijf. De vergelijking met een band als Wolf Alice is snel gemaakt, wat niet heel raar is aangezien het label van Coach Party, Chess Club, ooit Ellie Rowsell en consorten hielp hun eerste stappen in de muziekwereld te zetten. Het tempo tijdens de set blijft hoog en de gitaren rammelen. De grunge-cover van Lizzo’s Truth Hurts, die de band tegen het einde inzet, valt een beetje uit de toom bij de rest van de set, maar krijgt het publiek wel mee, zeker wanneer deze overgaat in In Bloom van Nirvana. Als het publiek nog niet wakker was na de eerste acts, is het dat nu wel.

Het duurde even, maar het klassieke probleem van London Calling komt toch weer tevoorschijn. Halverwege op de trap naar Odd Morris in de kleine zaal, krijgen we te horen dat deze helemaal vol is. Gedesillusioneerd keren we terug naar de grote zaal waar het optreden gelukkig te volgen is via een groot scherm. In theorie klinkt dit heel goed, ware het niet dat het geluid van de show mengt met dat van Tiña, die op dat moment staat te soundchecken. Nou ja, dan maar wachten op de groep uit Zuid-Londen.

Visueel gezien is alles in ieder geval in orde met die band. Frontman Josh Loftin is vrijwel geheel in het roze gekleed, inclusief imposante cowboyhoed die ergens doet denken aan het soort dat Michael Gira van Swans vaak draagt. Daar houden de gelijkenissen tussen die twee bands ook wel op. Tiña speelt een psychedelisch soort indierock die soms wat speels, dan weer wat broeieriger is. Toetsenist Calum Armstrong heeft duidelijk genoten van zijn blikje Heineken en strooit zijn achtergrondvocalen uit alsof zijn leven ervan afhangt. De sfeer lijkt er goed in te komen en zo hier en daar schudden mensen hun hoofd en dansen ze licht mee. De eerste moshpit kan niet lang meer uitblijven toch?

Een ezel stoot zich niet twee keer aan dezelfde steen? Blijkbaar wel, want zelfs wanneer we tien minuten van tevoren vertrekken bij Tiña om op tijd bij NewDad te zijn, worden we geconfronteerd met een muur van mensen die voor de gesloten deuren van de kleine zaal staan te wachten. Er rest ons niks dan ook maar aan te sluiten en na een kwartier zijn we dan toch binnen. NewDad’s lome indierock voelt als de soundtrack voor een nostalgische jaren negentig coming-of-age-film die je op VHS huurt bij de videotheek om op een druilerige zondagmiddag te kijken met die ene vriend of vriendin die je stiekem meer dan alleen aardig vindt. Geen idee of het er ook zo uit zag, daarvoor stonden we te ver naar achteren.

Het mocht even duren, maar daar is hij dan toch: de eerste moshpit! De eer is aan The Ninth Wave, een viertal uit Glasgow dat moody, duistere synthpop speelt. En dan zijn we pas echt los. Wodan Boys, een garagerockduo uit Den Haag die de kleine zaal een paar uur eerder ook al opende, krijgt na de last-minute afgelasting van Wet Leg een tweede kans en grijpt deze met beide handen aan. Thomas en Mikkie B. gooien hun hele ziel en zaligheid in de muziek en krijgen deze energie dan ook ruimschoots terug van het publiek.

De vrijdag wordt afgesloten door een van de meer gehypte acts van deze editie. PVA is een trio uit de Speedy Wunderground-stal en daar zijn automatisch bepaalde verwachtingen aan verbonden. Gelukkig worden deze geheel ingelost door de bruisende mix van techno, synthpop, dance-punk en disco die de Londenaren spelen. Met een setlist die vooral uit nieuw materiaal bestaat, perst PVA het laatste beetje energie uit het publiek, dat zich gewillig overgeeft aan de dansbare dampen die het drietal ze voorschotelt.

Op zaterdag vinden we de enige echte clash van het weekend. We worden gedwongen te kiezen tussen het Amsterdamse trio REX of de in Londen woonachtige, Nieuw-Zeelandse Molly Payton. Met pijn in het hart kiezen we voor Payton. In de kleine zaal aanschouwen we iemand die duidelijk onder de indruk is dat ze hier mag staan, maar zich desondanks behoorlijk goed staande houdt. Haar frisse indierock doet denken aan Soccer Mommy en Snail Mail. De ballads, waar er een hoop van zijn, zijn heel leuk, maar het wordt pas echt interessant wanneer Payton het tempo opschroeft en er een rocker uitgooit.

In de grote zaal staat The Zen Arcade klaar. Vorig jaar bracht de groep uit Ierland een EP uit met drie nummers en een totale lengte van bijna dertig minuten. Dat lijkt indrukwekkend, ware het niet dat een goede 22 minuten hiervan bestonden uit een aflevering van de band’s podcast Higher Fidelity. In Paradiso ligt de verhouding muziek en praten gelukkig wat anders en krijgen we 45 minuten lang een aparte mix van garagerock en rockabilly te horen, met zo nu en dan een knetterende mondharmonica-solo. De gitarist lijkt te gaan waar zijn instrument hem leidt en reageert best realistisch wanneer de bassist op enig moment doet alsof hij hem neerschiet met zijn bas.

We hebben onszelf de kunst van het tijdig naar de kleine zaal vertrekken inmiddels aangeleerd en staan zo uiteindelijk een goed half uur te wachten op Peeping Drexels. De duistere doch dansbare postpunk van het vijftal is een lekker tussendoortje voordat we weer terugkeren naar niet, zoals we tot laat in de middag verwachtten, King Hannah, maar onze eigen Personal Trainer. King Hannah moest London Calling net als Wet Leg een dag eerder laten schieten door een coronabesmetting binnen de band.

En wie bel je als je last-minute iemand nodig hebt? Inderdaad, Willem Smit, want die weet vast wel een band op te trommelen. En dus genieten we van het achttal bij elkaar geraapte muzikanten, en Smit geniet ook zo te zien. In twee soepele bewegingen doet hij zijn schoenen uit. Hij doet zijn broek snel uit en even snel weer aan. Hij bespeelt een niet ingeplugde gitaar met zijn tanden. Het speelplezier spat ervan af. We hebben een hoop heel leuke Britse bands gezien de afgelopen twee dagen, maar ergens zegt het toch ook wel wat dat ze allemaal omver geblazen worden door de Amsterdammers die een thuiswedstrijd spelen. It’s Willem Smit’s world and we’re just living in it.

We gaan het niet eens proberen om de kleine zaal in te komen voor The Chisel. Eerder vertrekken bij Personal Trainer? Ben je gek? Het grote scherm is wederom onze grote vriend. The Chisel moet wel een van de hardste acts van dit jaar zijn, maar de overdonderende punk van het vijftal zal ongetwijfeld beter binnengekomen zijn als we daadwerkelijk bij ze stonden.

Daarna zien we een stuk van noiserockduo The Lovely Eggs. Deze band gaat al even mee: vorig jaar brachten Holly Ross en David Blackwell hun zesde plaat uit. Bij de show lijkt mix niet heel lekker te zijn. Jammer. Voor de laatste keer vertrekken we naar boven, waar het Zuid-Londense Talk Show klaar staat om de kleine zaal af te sluiten. En hoe! De groep sprong er niet noodzakelijk uit op het affiche maar in een livesetting richt het viertal al zijn energie op zijn muziek en stijgen ze boven zichzelf uit. Het publiek wordt helemaal om de vinger gewonden en op het hoogtepunt springt een goede driekwart van de mensen in de zaal wild op en neer. Prachtig ook om te zien hoe frontman Harrison Swann zichtbaar geraakt is door de reactie op zijn muziek.

Zo wordt maar weer bewezen dat je veel beter in een volgepakte kleine zaal dan in een halfvolle grote kunt staan, iets waar afsluiter Chubby and the Gang waarschijnlijk wel over mee kan praten. Tegen de tijd dat de garagerockers het podium van de grote zaal betreden, zijn er niet veel mensen te vinden. Gaandeweg het optreden neemt de menigte toe en vormt zich zelfs een moshpit, maar volgepakt wordt het nooit.

Desondanks is Chubby and the Gang zeker een waardige afsluiter van de eerste London Calling in twee jaar. Het was, begrijpelijkerwijs, een wat andere editie van het festival dan pre-corona, zonder echte publiekstrekkers en de internationale diversiteit waar London Calling het afgelopen decennium zo hard aan heeft gewerkt. Editie 2021 moet vooral gezien worden als een poging terug te gaan naar de kern van het festival: gedurende twee avonden hebben we een dwarsdoorsnede van het belachelijk diverse Britse muzieklandschap voorgeschoteld gekregen, van singer-songwriters naar postpunk naar synthpop naar dance-punk. Zo doet London Calling alsnog steeds waar het al jaren zo goed in is: ontzettend interessante nieuwe muziek een podium geven.

Terwijl zo’n beetje de hele wereld rond elektronische muziek zijn blik op onze hoofdstad had gericht, deed Rotterdam afgelopen weekend gewoon waar het goed in is: tering-eigenwijs zijn. En wel in de vorm van Left Of The Dial, de derde editie van het festival uit de koker van popzaal Rotown, dat draait om het ontdekken van gitaarmuziek in alle soorten en maten. The Daily Indie was erbij.

Tekst Arlette Hovinga & Robin van Essel
Foto’s Marieke Hulzinga

Superslim natuurlijk: het is een illusie om als concert- of festivalorganisatie te denken dat je medio oktober met het dance-geweld van ADE kunt concurreren. Dan maar van de nood een deugd maken en iets héél anders doen, dachten ze in 2018 bij Rotown. Maar het doet Left Of The Dial tekort om het te omschrijven als alternatief voor de mensen die nu eenmaal niks met dance hebben. In drie edities is het festival uitgegroeid tot drie dagen rámvol avondprogramma, met bijna honderd bands verdeeld over negen (donderdag) tot twaalf (vrijdag en zaterdag) podia in de hele stad. Plus nog een uitgebreid gratis programma op zaterdagmiddag, op weer andere plekken.

Pure keuzestress tot gevolg, zou je zeggen. Gelukkig hanteert Left Of The Dial een showcase-benadering, waarbij de meeste bands meer dan één keer spelen, zodat je in elk geval meer kansen hebt om je absolute must-sees te aanschouwen. Dat ondersteunt bovendien het uiteindelijke doel: headliners heeft het festival niet, ‘ontdekken’ is het credo. En dat lukt aardig. We durven bij The Daily Indie best te zeggen dat we wel wat weten van gitaarbands, maar ook wij leren bij zo’n beetje de halve line-up wat nieuws kennen. Naast de vele (post)punk en het hardere werk, waar bij Left Of The Dial eigenlijk sinds het begin de focus al lag, valt dit jaar ook de verscheidenheid in genres op. De gitaar speelt nog steeds de hoofdrol, maar zit net zo makkelijk verpakt in frisse popsounds, traditionele folkliedjes of zelfs meer elektronisch georiënteerde subgenres.

En met zo’n aanbod is het onmogelijk om alles op de wishlist te zien, dus besluiten we onszelf dit jaar ook maar in het diepe te gooien en te zien wat we voor ons kiezen krijgen. Dat loopt in eerste instantie niet overal soepel. Ondanks het belachelijk uitgebreide aanbod dat elke dag in een tijdsbestek van een uurtje of acht wordt gepropt, heeft de gitaarliefhebber duidelijk ook zijn festivals gemist: Left Of The Dial is stijf uitverkocht en zalen, nog op beperkte corona-capaciteit, stromen steevast voor aanvang van een show vol, waardoor we regelmatig niet meer binnenkomen. Zoals op de vrijdag bij de soos van christelijke studentenvereniging NSR, waar bands als Lumer en Ex White oorverdovend hard hun muziek over het naastgelegen Eendrachtsplein blazen, maar we vriendelijk worden geweigerd.

Even verderop mogen we wel de WORM in, waar Heisa op ons lijstje van favoriete nieuwe ontdekkingen belandt. De band uit het Vlaamse Hoeselt speelt sludgy mathrock, met bassnaren op de gitaar en vage effecten op de zang, en die dankzij de retestrakke drummer net zo dansbaar als desoriënterend is. Left Of The Dial heeft dit jaar sowieso behoorlijk wat Belgische bands op de lineup (de afkomst van de bands beperkt zich om de bekende reden vooral tot noordwest-Europa). Zoals ook The Guru Guru, waar we de zaterdag in dezelfde venue mee uitdansten, en waardoor we nog maar weer eens bevestigd krijgen dat onze zuiderburen behoorlijk wat straatlengtes voorliggen als het op grensverleggende alternatieve muziek aankomt.

Het Verenigd Koninkrijk is, als bakermat van de postpunk en ondanks de logistieke moeilijkheden rond corona en Brexit, gelukkig ook nog behoorlijk goed vertegenwoordigd op het festival. Vanwege de nieuwe invoerrestricties is het voor bands onmogelijk om merchandise mee te nemen, wat Left Of The Dial sympathiek oploste: bands konden een ontwerp insturen dat ter plekke op shirts kan worden geprint. Corona gooit soms alsnog wel roet in het eten: een handvol acts moet toch lastminute cancelen.

Wel het Kanaal overgestoken is Qlowski, dat in V2 op vrijdag enigszins theatrale muziek speelt in de stijl van Futureheads en The Rakes, of, als je nog verder terug in de tijd wil: Television. Afgereisd uit Manchester is DEAFDEAFDEAF, dat we je enige tijd geleden al tipten. Het zit de band niet mee op vrijdag in het ruim van lichtschip V11. De geluidstafel laat het regelmatig afweten, waardoor keer op keer de gitaar en zang uitvallen. Uiteindelijk werkt de band zich stoïcijns door zijn setlist, maar speelt al met al nog geen 25 minuten. Dan is het dus best fijn, dat je de dag erop gewoon nog een kans krijgt om je van je beste kant te laten zien.

Later die vrijdag heeft Beachdog in V11 geen enkele moeite met het geluid, en ook niet met het veranderen van het ruim in een feestende massa. Zanger David Achter de Molen heeft dan ook zat vlieguren gemaakt als frontman van John Coffey, waarmee hij tussen 2012 en 2016 zo’n beetje iedere zaal en festival van Europa in kolkende moshpits veranderde. Sinds de break van zijn band en na een paar jaar podcasts maken, is Beachdog zijn terugkeer op het podium, vergezeld door vier retestrak spelende, jonge gasten van de Rockacademie. Het is grungy rock, maar de punk van wijlen John Coffey is nooit ver weg, en het feest van weleer ook niet.

Ook op zaterdag staat het tijdens het gratis toegankelijke middagprogramma overal alweer ramvol muziekliefhebbers van allerlei pluimage. Ook bij het akoestische concert van Nagasaki Swim in De Riddert is het wederom afgeladen vol, met rijen voor de deur, en toch: muisstil. Een prachtig contrast. Left Of The Dial presenteert alle uithoeken van de alternatieve muziekscene, waar je jezelf 360 graden in kan omwentelen.

Ook op de vroege zaterdag is het dus alweer druk. We moeten onszelf naar binnen wurmen bij Voorheen Voight voor een potje snoeiharde, pissige, knettergekke noisepunk van DYATLOV, net als in Bar3 voor Hearing Dogs For Deaf People, de vuige liefdesbaby van Arctic Monkeys, The Beatles en een stevige dosis ranzige punkrock. Ook doof worden is optioneel na anderhalf jaar stilte. Ach, het went wel, zouden we later die dag ondervinden. En hier hebben we anderhalf jaar echt heel, heel erg naar verlangd, toch?

Onze vooraf favoriete Britse shoegazers van BDRMM moeten hun show op zaterdag cancelen, maar die avond klimt Memes wel het podium op in Arminius, misschien wel de allermooiste concertlocatie van Rotterdam. Het duo speelt zelfvernoemde ‘laptoprock’ met de weirdness die vaker uit de krochten van de UK opborrelt. Extra weird is de charme van Arminius zelf: want laten we wel wezen, in de kerk zitten met vijfhonderd vreemden was de afgelopen tijd nou niet echt onomstreden. Ook vervreemdend is het bij Joe & The Shitboys in WORM. Deze hardcorepunkers, die kennelijk van de Faeröer Eilanden komen, duiken het publiek in, vissen er iemand uit, besluiten dat ‘ie jarig is, zingen een liedje en duiken de moshpit weer in. Enfin, met de humor en de publieksinteractie zit het wel snor. Dat mag ook wel, met tracks van ongeveer tien seconden per stuk en flink wat activistische tikken.

Terwijl we tijdens de zaterdag afsluiten bij de eerdergenoemde The Guru Guru, concluderen we dat Left Of The Dial één grote, extreem interessante muzikale ontdekkingsreis is door gitaargenres anno nu én de stad Rotterdam. Als we er een boek over zouden schrijven, zou het een zwarte kaft hebben en met guerillamarketing en graffiti worden aangeprezen. Het zou meeslepend zijn, en groots, en soms zou je je tijdens het lezen even heel klein voelen, al de perfecte beschrijving van de rollercoaster die al deze alternatieve muzikale universums in één festival zijn.

Laat al die shows maar komen dit najaar. Zo hebben we half november echt een heel fijne avond gepland staan met PAINT en Don Melody Club. Twee acts die wel weten hoe je een showtje neer moet zetten, een verzameling rasmuzikanten die in Amsterdam bij elkaar wordt gebracht. Plus: we hebben 2 x 2 kaarten voor onze leden liggen.

Voor nog meer shows en de laatste updates: check vooral onze The Daily Indie Presents-pagina waar we alle shows bijhouden. Zo komt Family Time naar Cinetol in december en kondigden we daar vorige week een paar shows aan met Yung en Unschooling plus The Small Breed en The Sunset Society.

Op 14 november presenteren we dus PAINT, het soloproject van Pedrum Siadatian, die je mogelijk wel kent als gitarist van Allah-Las. Niet de eerste de beste, inderdaad. Inmiddels heeft hij twee albums op zijn naam staan, met enerzijds het zelfgetitelde debuutalbum uit 2018 en Spiritual Vegas uit 2020. Een project dat begon met het opnemen van wat gekke en langzaam groeiende ideetjes, met daarbovenop wat psychedelisch bittere poëzie. Rauw werk dat nooit helemaal af voelt. Op zijn laatste album duikt hij dieper in zijn Iraanse roots, maar waar hij nu verder mee bezig is: dat horen we 14 november.

Don Melody Club heb je mogelijk wel voorbij zien komen dit jaar, want ondanks alle restricties wisten Donald ‘de Don’ Madjid en Mano Hollestelle de aandacht op zich te vestigen. Dat deden ze met Nederlandstalige liedjes die liefhebbers van Ramses Shaffy aanspreken, maar ook zeker psychedelische popzwijmelaars die van Serge Gainsbourg houden. En wie doet dat nou niet? Plus: tel daar nog even alle ervaring bij op die de heren onder meer opdeden in die andere band waar ze in spelen: The Mauskovic Dance Band. Ja, dan weet je wel hoe het werkt.


Lid van The Daily Indie? We hebben 2 x 2 kaarten voor onze leden, dus stuur snel een mail naar ricardo@thedailyindie.nl om kans te maken.

We voelen ons nog steeds een beetje als koeien die na tijden weer eens de wei in mogen. Want we hebben maar liefst twee nieuwe avonden in Cinetol die we mogen presenteren in oktober en november. Een paar gloednieuwe acts, maar ook een aantal die we ein-de-lijk weer eens terugzien na al die jaren. Het begint gelukkig weer echt ergens op te lijken.

Voor nog meer shows en de laatste updates: check vooral onze The Daily Indie Presents-pagina waar we alle shows bijhouden. Zo komt Family Time naar Cinetol in december en komen er nog meer mooie dingen aan.


Te beginnen met de avond op 17 oktober waarbij we weer onze vrienden van Yung weer in levenden lijve aanschouwen. De Deense band waar we toch al een behoorlijk geschiedenis mee hebben, van een interview uit 2014, daarna reviews en premières, maar vooral die ene The Daily Indie Videosessie uit 2016 in Geertruida waar het dak er bijna letterlijk uitgeschopt werd. Want ja, Yung staat voor postpunk van het fijnere kaliber, maar die komt er soms ook ongemeen fel uit.

Unschooling dan, een Franse band die wij nog niet op onze radar hebben staan. En ja, daarmee hebben we inderdaad iets gemist. Het is wilde en oppeppende priegelpostpunk dat de klok slaat bij dit viertal. Random Acts of Total Control is de debuut-EP van de band en die ruim zeventien minuten zijn genieten geblazen van voor tot achter. Fans van acts als Preoccupations en B Boys gaan ongetwijfeld een goede show tegemoet.


Wat sprankelende vruchten van Nederlandse bodem dan, met The Small Breed en The Sunset Society. De eerste kennen we al wat langer, zo deden we begin 2020 de première van een van de eerste singles van de band. Met leden van The Black Marble Selection is het nog steeds die bitterzoete, licht psychedelische sixtieswerk dat de klok slaat. Met het nieuwe werk heeft de band echter een grote slag geslagen, de liedjes hebben een bepaalde diepte, een mysterieuze zweem, een vreemde schittering die over de landerige liedjes hangt.

The Sunset Society: wat is daar het verhaal van dan? Nou, dit gezelschap neemt je mee naar de stranden van Californië uit diezelfde befaamde jaren zestig. Ja, die van The Beach Boys inderdaad. Zongedroogde harmonieën, invloeden uit de surf en zoet glanzende pop waar de glazuur van je tanden van knalt. Want och, die fijne zomer, waar is die toch gebleven? Gelukkig kun je op 11 november de schade nog een beetje inhalen. Want de zomer is een blijvertje volgens de band, luister het hieronder zelf maar.

We deelden de laatste namen voor het festival onlangs al met je en vandaag duiken we nog wat dieper in het programma. Sniester is namelijk een van de eerste festivals waar het weer echt ouderwets los zal gaan. Met knetterende bands, lekkere venues in het Haagse popdistrict plus bier en mensen die gezamenlijk door de lucht vliegen. Laat maar komen!

Zelf komen we al jaren op Sniester, al voelt de editie van 2019 inmiddels toch wel een beetje als vervlogen tijden. We gingen destijds ‘zwevend van de hel naar de hemel’ en belandde op ‘mystieke plekken tussen tijd en ruimte’. Een weekendje Sniester is dan ook altijd alsof je op even los van de wereld bent, een vies universumpje waar je samen bent met andere lekkere muziekliefhebbers en jezelf onderdompelt in spannende muziek. Dit jaar wordt het weer een feestje zoals in de begindagen van het festival: hard en wild. Vlak voor de pandemie spraken we daar al over met programmeur Marco Bijsterbosch en we zijn allebei nergens heen geweest in de tussentijd. We hebben geduld gehad en we zijn boven gekomen. Sniester gaat door en wij zijn erbij.

Laat ons je vertellen wat je allemaal mist als je niet naar de Hofstad komt, maar vooral wat je allemaal kunt beleven als je wel komt. Een festival met ruim zestig acts die allemaal staan te popelen om uit hun dak te gaan na anderhalf jaar van geen shows, zittende shows met weinig publiek, toch weer geen shows, wel shows, geen shows en noem het maar op. Nu wordt het weer staan, gillen, zuipen en springen. Get ready!

Laten we beginnen bij de hoofdact DOOL, wat potverdomme een staaltje doorleefde rockers zijn, die al ongelooflijk lang hun energie niet kwijt hebben gekund op het podium. Of die show een beetje áán wordt? Wat denk je zelf! Met Raven van Dorst aan het hoofd van dit gruwelijke gezelschap en oud-leden van The Devil’s Blood, wordt je zaterdagavond om 22:30 uur opgezweept en het laatste druppeltje zweet (en misschien nog wat bloed) uit je geperst.

Zoals ons nu wel vaker zal overkomen, komen we een hoop oude vrienden tegen die we al een tijdje niet hebben gezien. Wat te denken van Pip Blom, The Indien, 45ACIDBABIES en Equal Idiots, allerlei bands die broeien op nieuw werk en zelf ongetwijfeld net zo nieuwsgierig zijn hoe dat valt tijdens een avondje Sniester. Allemaal acts die we al jaren volgen en die hun publiek waarschijnlijk ontzettend missen, maar vergeet niet dat dat andersom hetzelfde is. Hetzelfde geldt voor Paracetamøl, vooral de bitterzoete herinneringen aan onze laatste tourreportage, die we maakten toen we met de Arnhemmers meegingen naar Noorderslag.

Hoe het ervoor staat in de Nederlandse indiescene, daar krijg je een goed beeld bij tijdens een weekendje Sniester. Want wat is dat brutale gezelschap INBRANDERS uit Amsterdam-Noord precies? Een punkband met hiphop-invloeden die je naar de gallemiezen helpt. Wij zeggen: kom maar op. En hoe zit het met SØWT, de Eindhovense noiserockers die de woede over de fucked up zaken in het leven van het podium af schreeuwen. Je zou zeggen dat de vier genoeg schrijfmateriaal hebben om een heel Sniester-weekend mee te vullen. Voor maatschappijkritiek die is gegoten in snoeiharde punkliedjes van een minuut, kun je overigens het beste terecht bij Hang Youth. Maar dat weet je inmiddels zelf ook wel, anders heb je echt onder een steen gelegen.

Let ook goed op Cloudsurfers, een band die al een behoorlijke tijd op onze radar piept, maar ja, zonder shows: wat dan? Nu gaan we ze eindelijk eens beleven, in vol ornaat laten we die west coast garagerock over ons heen komen. Ondergetekende is niet zo’n zweetfan, maar hiervoor maakt hij graag een uitzondering. Cloudsurfers doet dit najaar trouwens mee aan Poprode en heeft knetterveel shows staan, dus dit is ongetwijfeld een van de bands die tijdens Sniester in bloedvorm is.

Wat we je trouwens ook nog mee willen geven, zijn de pop-upshows van tien lokale acts op allerlei vette locaties in de stad. Dit jaar zijn dat onder meer Fuzzy Teeth (pop/rock), Mye Taai (minimalistische elektropunk), MOYO (indie pop/rock), badtime (new wave synth kunstproject), Tommy Brown (indiefolk) en Amaguk (experimenteel).

Wil je alvast weten wat een van de hoogtepunten wordt op 1 oktober? Omcirkel dan maar vast Rats On Rafts in je tijdschemaatje. We kunnen daar heel interessant over gaan doen, maar we hebben de band al uitgebreid geïnterviewd rondom het verschijnen van die mysterieuze en intrigerende plaat: Excerpts From Chapter 3: The Mind Runs A Net Of Rabbit Paths. Een aantal stadsgenoten van de ‘Rats’ maakt zich op voor een show waarbij het lekker Rotterdams uit de hand loopt: Smudged. Als je niet weet wat dat betekent, verzamel jezelf en al je vrienden op vrijdag bij September, waar dit zootje ongeregeld zich meldt. Het nieuwe werk van de band scheurt de donkere hemel open met een orgie van drums, groove en synths.

We gaan even kijken wat er zoal uit het zuiden richting Den Haag komt, want op ieder festival dat zichzelf een beetje serieus neemt zijn Vlaamse muzikanten (uiteraard) goed vertegenwoordigd. Wat het toch is met die Belgen? Geen idee, maar onder meer in de muziek van Kids With Buns horen we die geliefde klanken ook nog eens op een zeer originele manier terug. Marie Van Uytvanck en Amber Piddington vertegenwoordigen de jongste generatie muzikanten, eentje die de zaken anders aanpakt. We hebben vernomen dat fans van London Grammar en Phoebe Bridgers hier goed op gaan en dat geloven we graag. Bij Whorses worden de zaken anders aangepakt en wel met noiserock die met momenten wel heel liefelijk wordt gespeeld. Erg tof dit, voor ons ook een mooie ontdekking. Een act die minder super-super nieuw is, maar altijd verrast is DIRK., de band die vorig jaar nog Cracks In Common Sense uitbracht. Een plaat waar we live nog niet van hebben kunnen genieten.

Maar jongens en meisjes, er is zoveel. Zo moeten we nog de garage- en psychorock noemen van Magnetic Spaceman, de prachtige liedjes van Socks;Sportssocks, de puntigheid van KIEFF, de brutale garagerock van Black Leather Jacket, punk en classic rock in de vorm van Splinter en dan ook nog eens Personal Trainer én The Homesick. We kunnen wel door blijven ratelen, maar volgens ons is het wel duidelijk: Sniester wordt een dolle boel dit weekend en daar moet je gewoon bij zijn!


Ja hoor, daar zijn ze ineens weer na anderhalf jaar! Pas maar goed op, want Den Haag wordt over twee weken op zijn kop gezet door Sniester. Het festival gaat dit jaar de beuk erin gooien en de line-up is harder dan ooit. Zowel figuurlijk als letterlijk!

Begin 2020 hadden we al een uitgebreid interview met een van de programmeurs van het festival, waarin de nieuws koers glashelder uit wordt gelegd. Marco Bijsterbosch vertelt ons daar: “We hebben besloten om kleur te bekennen… en dat voelt ontzettend goed.” In het kort: het wordt weer beuken geblazen met lekker véél gitaren in het Haagse Popdistrict rondom de Grote Markt. Maar goed, we weten allemaal wat kort daarna gebeurde en we moesten even geduld hebben.

Dertig piek voor ruim zestig acts
Maar gelukkig: wat in het vat zit verzuurt niet. Want er komt toch een partijtje fijne namen naar Den Haag. Zo zijn onder meer van de partij: DOOL, LIFE, Equal Idiots, Pip Blom, Rats On Rafts, And So I Watch You From Afar, Paracetamøl, Hang Youth, 45ACIDBABIES, Dirk., Tusky, Magnetic Spaceman, maar ook zeker namen als The Indien, The Haunted Youth, Magic Tom & Yuri, Socks;SportsSocks, Kids With Buns, Personal Trainer en The Homesick. Voor iedereen is er wat wils!

Dit is nog lang niet alles, voor de hele line-up moet je hier even een kijkje nemen, maar in meer dan twee dagen komen er maar liefst meer dan zestig bands langs. Het gaat eindelijk gebeuren lieve mensen en het wordt lekkerder dan ooit. Zet hem in je agenda: Sniester, 1 en 2 oktober. En die tickets voor twee dagen? Die haal je hier voor slechts dertig piek!